Tjah en hoe kom je dan tot een titel?

"De VN macht is niet meer dan een geit die aan het hek is vastgebonden" - Generaal Jean Cot, VN Bevelhebber is Bosnië (Juni 1993 - Maart 1994)

“Ik haat de VN. Alle inwoners van Sarajevo haten de VN. Hoe heeft de wereld ons in de steek kunnen laten, 5 jaar lang”, wist onze Bosnische gids in Sarajevo mij en mijn zoon te vertellen toen wij in April 2018 Sarajevo bezochten. “Maar dat geldt niet voor de VN’ers zelf, die hier hun leven kwamen wagen, die zijn we nog steeds dankbaar.” Die dag kregen we een rondleiding om nooit te vergeten, we stonden in de voormalige Servische linies rondom Sarajevo en bezochten een voormalig sluipschuttersnest en begrepen toen pas hoe makkelijk de bevolking in Sarajevo geterroriseerd kon worden.


Eind November 1994 kwam onze eenheid aan in Split, om vandaar in konvooien naar onze basis te rijden, een tocht van twee dagen. Wij bij Support Command kregen daar ons persoonlijke wapen en wel twintig patronen om ons zelf te verdedigen. De infanteristen van Dutchbat hadden iets meer, .50 mitrailleurs, zware wapens (TOW raketten die niet mochten gebruikt worden omdat die door productiefout niet goed werkten en waarvan de vervanging op de verkeerde plaats stond) en lichte YPR-pantserwagens. Het leger van de Bosnische Serviërs, de VRS (Vojska Republika Srbija) bestond uit 80.000 man in het reguliere leger en 30.000 man in kleinere milities. De VRS beschikt over 550 tanks, 1.700 stuks artillerie, 900 mortieren en 380 pantserwagens. Het Bosnisch Servische Drina Korps, wat ten oosten van Tuzla en rondom de Srebrenica was gelegerd bestond in die periode uit zeker 15.000 man en had de beschikking over grote hoeveelheden zware wapens. Toen onze eenheid aankwam in Bosnië waren er honderden VN-militairen door de Bosnische Serviers gegijzeld, waaronder tientallen Nederlanders, waaronder ook directe collega’s. De VN deed niet veel meer dan praten en onderhandelen, maar daar waren de Serviers niet ontvankelijk voor. Onderhandelen werd gezien als zwakte, UNITED NOTHING. In Juli 1994, net voor onze komst, stond de teller bij de VN-missie in Voormalig-Joegoslavië op 100 dode en 1000 gewonde VN-militairen.


De wereld, tenminste een deel beweerde dat, wilde graag in Bosnië, veilige gebieden inrichten om de diverse bevolkingsgroepen tegen elkaar te beschermen. Hiervoor had men twee varianten:


“Safe havens”: dat wil zeggen gedemilitariseerde zones met een omtrek van 25 kilometer, waarin de bevolking zou worden beschermd tegen geweld en intimidatie van zowel binnen als buiten. Deze variant zou honderd- tot driehonderdduizend militairen, luchtsteun en een voorbereidingstijd van ongeveer vier maanden vergen. Alleen deze versie werd als een “full protection” variant gezien.

“Safe Areas”: en bij voorkeur al vreedzaam gebied waarbinnen vluchtelingen ‘een zekere mate van veiligheid’ zou kunnen worden geboden door een VN-brigade. Nou in alle “Safe Area’s” was het volop oorlog en stonden de verschillende partijen elkaar naar het leven, dus “Peace Keeping” zat er helemaal niet, want de vrede was ver te zoeken.


Omdat men in de wereld de “Safe Havens” te duur en te omslachtig vond, werden alleen een aantal “Safe Area’s” ingericht. Dit waren Sarajevo, Tuzla, Srebrenica, Zepa, Gorazde en Bihac. Deze “Safe Area’s” moesten dan ontwapend en gedemilitariseerd worden. Echter hierdoor werd de positie van de Bosnische Serviers alleen maar versterkt, omdat die daardoor hun troepen rondom die gebieden deels konden weghalen en ergens anders in konden zetten. Om deze, juridisch prachtig klinkende, “Safe Area’s” te beschermen, meende de VN 35.000 manschappen nodig te hebben. De Veiligheidsraad gaf de voorkeur aan een ‘light version” van 7600. Echter uiteindelijk brachten de lidstaten niet meer dan een “ultralight version” van vierduizend militairen op de been voor de zes gebieden, waarvan vijfhonderd voor Dutchbat in Srebrenica en vierhonderd voor de ondersteunde eenheid Support Command, hoewel eerder was vastgesteld dat voor die taak alleen al in Srebrenica een volledig bewapende brigade ter sterkte van vijfduizend man nodig was. En dit zonder dat de Bosnische Serven negatieve sancties in het vooruitzicht werden gesteld voor het overtreden van het “Safe Area” regime, en de Bosnische Moslims voor overtreding van de demilitarisatie.

Zoals General Cot al zei was de VN-organisatie niet meer dan een geit die aan een hek was vastgebonden, maar dan ook nog een keer met de poten aan elkaar gebonden

Dutchbat en Support Command waren volledig overgeleverd aan de VN-organisatie, hadden geen mandaat, geen escalatie mogelijkheid, geen gegarandeerde luchtsteun, geen tot nauwelijks wapens, te weinig mensen, de inlichtingendiensten van de verschillende landen rolden over elkaar hen en hadden een geweldig wantrouwen tegen elkaar, er waren 77 nationaliteiten met verschillende bevelstructuren actief in Bosnië, de VN organisatie bevatte niet zoiets als een generale staf of opperbevel, nou ja een grote bende dus...

Bij ons bezoek in April 2018 aan de voormalige compound van Dutchbat in Potocari heb ik lang stil gestaan bij een muurschildering, ooit op de muur gekladderd door een Dutchbat militair: UNITED NOTHING. Dat leek me de enige goede titel voor mijn boek. Optimistisch klinkt die titel niet, als jullie ooit het boek lezen, begrijpen jullie misschien waarom.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Tjah en hoe kom je dan tot een titel?

Opdat wij niet vergeten

Bright Side of Bosnia

Schrijven lijkt soms op het betreden van een mijnenveld

Tjah en hoe kom je dan tot een titel?

Help, ik ben Auteur (aan het worden)!